Tien dagen eerder dan verwacht sta ik met
beide voeten terug in Dhaka. Mijn bezoek aan Nepal moest ik op het laatste
nippertje schrappen, op aanraden trouwens van onze lokale partners GEFONT en
NTUC-I zelf. Het land is in onrust, schrijven ze, met het oog op de stemming
van de nieuwe grondwet op 27 mei e.k. Het is bijna onmogelijk rond te reizen en
zelfs de medewerkers slagen er niet in hun kantoren te bereiken. Met enig geluk
en vooral de hulp van Tarique, mijn Bengaalse collega, slaag ik erin om toch nog
een ticket Kolkata-Dhaka te versieren. Geen sinecure, want het is vrijdag en
dan zijn alle kantoren in Bangladesh gesloten. En alleen business was mogelijk.
Maar omdat de afstand tussen beide Bengaalse steden (Kolkata is West Bengal;
Dhaka is Oost Bengal) op een dik half uurtje overbrugd wordt, valt de meerkost
bijzonder goed mee. Alleszins is het minder dan dat ik in een extra nacht op
hotel zou moeten. Een brede zetel, veel voetruimte, een glaasje appelsap en een
lichte maaltijd waren mijn business geneugten. En een Engelstalige krant daar
bovenop.
Die krant – de New Age – maakte me duidelijk
dat Dhaka de voorbije twee weken niet zo erg veel veranderd is. Mocht ik
trouwens niet verwachten! Integendeel. Met de stijgende temperatuur tot
dagelijks 37/38 graden is de waterbevoorrading nog slechter geworden. Veertien
verschillende delen van de stad hebben ermee af te rekenen. En de vele
electriciteitsonderbrekingen (overhand uur van ’ s morgens negen tot
middernacht 1 uur) maken het alleen nog erger want waterpompen krijgen
onvoldoende water opgepompt om in de stijgende behoeftes te voorzien. Gelukkig
heb ik daar zelf nog geen last van. De hoge temperaturen vragen wel een stevige
aanpassing. Vanaf de late namiddag voel je dat de fan tegen het plafond enkel
heel warme lucht in beweging zet. Afkoeling is er dus niet echt en het water
loopt sneller over je rug en armen dan je wenst.
De sinds 17 april verdwenen BNP-leider
(Bangladesh National Party is de grootste oppositiepartij in het land) is ook
nog altijd niet terecht. De spanning stijgt zienderogen. Een nieuwe hartal
(algemene staking, meestal gepaard gaand met veel geweld) is net voorbij. De
regering beantwoordt de acties van de oppositie met het gevangen zetten van de
BNP-leiders. (Ze beschuldigt trouwens de oppositie dat ze zelf de BNP-leider
verborgen houdt om de regering onder druk te zetten.) Wellicht niet de meest
aangewezen werkwijze om tot een oplossing te komen. Maar dialoog tussen
regering en oppositie is al veel langer onbestaand. Het gerucht gaat dat er een
noodregering moet opgericht worden, bestaande uit technici en magistraten. Maar
ook daarover wordt geen akkoord bereikt. Sommigen zeggen luidop dat het leger
dan maar moet ingrijpen.
Op bladzijde 3 in de New Age staat een grote
foto: NGWF, onze partner vakbond in de kledingindustrie, heeft nogmaals een
grote manifestatie georganiseerd om haar eisen voor betere arbeidsvoorwaarden
en veiliger werkomstandigheden kracht bij te zetten. De kledingsector is goed
voor 79% van de export. Het is niet normaal dat in de nationale begroting geen
ruimte is voor specifieke toelagen ten behoeve van de naar schatting drie
miljoen arbeidsters in deze sector. En gelijk hebben ze.
Niets nieuws dus onder de te warme zon. En
toch blijft Bangladesh elke dag verrassen. Gisterenavond ging ik mijn
electriciteitsrekening betalen bij de huisbaas, die hier op het tweede verdiep
woont. Een zeer sympathieke man met twee zonen: een ingenieur en de ander start
binnenkort zijn stage als arts. Watermeloen en ananas werden aangerukt. Een heerlijke
verfrissing, dacht ik. Maar dat was zonder de moeder des huizes gerekend, want
die had naar goede lokale gewoonte heel fijn gesneden groene chilly peper
onzichtbaar over de ananasbrokjes gestrooid. In plaats van frisse zoete ananas
werd het spicy ananas. Mijn gebekketrek kon ik niet verbergen en na een hevige
schaterlach kreeg ik een portie niet gepeperde ananas aangeboden. Gekke
gewoonte, net zoals ze guava en ander zoet fruit eten met peper en zout.Met de extra tijd in Bangladesh hoef ik natuurlijk
niet met de vingers te draaien. Werk genoeg, want half juni bereiden we in
Brussel ons programma 2014-2019 voor. Maar toch tijd om te starten met
taallessen en met wat extra beweging. Om het Bengaals onder de knie te krijgen,
stelt mijn huisbaas zijn oudste zoon voor. Die wil Frans leren en in ruil kan
zoonlief mij de lokale taal aanleren. Eerstdaags gaan we van start; benieuwd
wat dat worden zal.
Om wat aan de fysieke conditie te doen, heb ik
me eergisteren ingeschreven in een lokale fitness club. Ik krijg er een
persoonlijk programma; in een eerste fase beogen we enkel het losmaken van
stramme spieren (en ik beken dat die in overvloed aanwezig zijn). De jongen die
me begeleidt verklapte me gisteren dat hij christen was en liet het kruisje
zien dat hij onder de bloes om de hals had. Tot daar aan toe. Maar toen hij
plots met zijn gsm aan kwam en fier een foto van Jezus toonde, was ik toch
sprakeloos. Net zo sprakeloos als de jonge moslim met een even jong zwart baardje die me op straat staande
hield, vroeg naar mijn nationaliteit en of ik een moslim was. De ontgoocheling
in zijn ogen na mijn ontkennend antwoord sprak boekdelen.
De foto’s bij dit artikel zijn allemaal
genomen in India, waar ik de voorbije twee weken partners bezocht en een
training organiseerde. Op die wijze breng ik toch ook een beetje van die India
ervaring in beeld. Want voor toeristen blijft het ‘Incredible India’.
22 mei 2012
Jef Van Hecken
Jef Van Hecken
Geen opmerkingen:
Een reactie posten