Vandaag is het precies een week geleden dat het in
Bangladesh geïnstalleerde oorlogstribunaal Quader Mollah veroordeelde tot
levenslang wegens moord, verkrachting en andere wreedheden begaan tijdens de
bevrijdingsoorlog in 1971, toen hij collaboreerde met Pakistan. Hij wordt o.m. schuldig bevonden aan het
vermoorden van meer dan 344 onschuldige dorpelingen. Veertien dagen voordien
was een andere beklaagde tot de doodstraf veroordeeld: ophanging. Maar omdat
hij voortvluchtig is (hij zou in Pakistan onderdak gevonden hebben), ontsnapt
hij aan de strop. Momenteel wachten nog verschillende andere beklaagden op hun
proces en verdict. Iedereen verwacht de zwaarste straf, want wie hier een moord
heeft gepleegd riskeert ook de doodstraf, die hier niet wordt omgezet in
levenslang.
De uitspraak van de rechtbank op 5 februari jl. viel dus
in slechte aarde. Iedereen zwaar ontgoocheld over de strafmaat. Eminent
historicus Muntassir Mamoon: “Hoeveel moorden moet je begaan alvorens de
doodstraf te krijgen?” Jongeren komen massaal de straat op. Het spontane
volksprotest dat daaruit resulteerde, vooral gemobiliseerd via facebook en
bloggers, groeit na een week nog steeds aan. Shahbagh is meer dan een kruispunt
in stad waar de actievoerders verzamelen blazen, waar dagelijks tienduizend
mensen – vaak na de school- en werkuren – komen protesteren. In het
nabijgelegen park Shadinata Stambha, op 7 maart 1971, riep Mujibur Rahman de
bevolking op tot burgerlijke ongehoorzaamheid en onafhankelijkheid van
Pakistan. Bevrijding is het gemeenschappelijk kenmerk tussen de huidige
protesten en de acties veertig jaar geleden. En dat merk je ook in de slogans
en de liederen die de manifestanten aanhoudend echoën. Oudere films over de
bevrijdingsoorlog worden tijdens de manifestatie aan deze nieuwe generatie jongeren
getoond. De geschiedenis herhaalt zich, schrijven de media. Uit de geschiedenis
kunnen we leren, wordt in de nabijgelegen universiteit benadrukt.
Creatief en ludiek, en vooral vreedzaam en jeugdig zijn
de kenmerken van dit protest. Dat valt op als ik tegen de middag ter plaatse
kom. Moeders vergezellen hun dochters. Vaders zijn fier dat hun zonen hun
idealen delen. Het is drummen aan het reeds meer dan 500 meter lange witte doek
om je gedacht neer te schrijven. Studenten in uniform uit ontelbare scholen
vervoegen samen met hun leerkrachten de menigte. Ze werpen hun boekentas op een
hoop, zetten zich in een kring en
brengen extra vurigheid in de massa. De
mensenzee van manifestanten blijft de ganse namiddag aanzwellen tot een tsunami
van opstand. Muziek, film, zang, straattoneel, slogans, straatschilderingen,
posters maken: het is een chaos aan activiteiten. Enkele studenten brachten hun
studieboeken mee en bereiden zich samen voor op hun examen de volgende dag.
Onverzorgde straatkinderen in hun gekende lompen en op blote voeten beleven
unieke momenten en maken een dansje op de tonen van Bengaalse volksliederen.
Mobiele toiletten zijn aangebracht als was het een groot festival. Op elke deur
plakt de naam van een van de beschuldigden. Water en koekjes worden aangevoerd;
een schenking van een ondernemer die geen tijd heeft om zelf langs te komen.
Als de nationale cricketploeg haar steun komt betuigen, gaat de massa helemaal
uit de bol. Luid applaus als omgeroepen wordt dat in Melbourne een grote
manifestatie aan de gang is uit solidariteit met Shahbagh. Vreugdedansen en nog
luidere slogans als de luidsprekers vertellen dat een bedelaar zijn volledige
dagopbrengst aan de volksbeweging geschonken heeft. De oudere generatie is
duidelijk tevreden met dit signaal van de jongeren. De geest van 1971 is uit de
fles en dat doet zichtbaar enorm veel deugd. “We mogen gerust zijn om het land
in handen te geven van deze jonge generatie. Deze golf van verontwaardiging, deze
uitbraak van ongenoegen roept het establishment een halt toe,” vindt Mustafa. “A big ‘no’ to the establishment politics, whether
in power or in opposition.” Daarom mag geen enkele politicus het
podium op om de massa toe te spreken. Voor vandaag wordt een nieuwe stap in de
vreedzame acties aangekondigd. De jongeren vragen 3 minuten stilte om vier uur
deze namiddag. “Omdat we beseffen dat niet iedereen naar Shahbagh kan komen,”
verduidelijkt Imran.
“Ik voel exact
dezelfde emotie opkomen als toen,” vertelt een geëmotioneerde Morshed me aan de
telefoon. “In het voorjaar van 1971 kwamen we ook spontaan de straat op. Dit
volksprotest leidde uiteindelijk tot de bevrijding. Onze generatie, die
gevochten heeft voor een vrij Bangladesh, hoopt dat dit protest onder leiding van
jongeren kan leiden tot vrijheid voor elke Bengaal.” Na enkele seconden stilte:
“Bedankt dat je naar Shahbagh wou gaan.” Zijn stem breekt. Verbinding
verbroken, maar meer dan ooit verbonden.
Naschrift: Deze ochtend (12 febr) vind ik dit bericht
van Kadir in mijn mailbox: “GK ondersteunt deze beweging. Sandhaya Roy vervoegt
de manifestanten samen met andere bestuursleden. En morgen organiseren we met
GK en met de studenten geneeskunde een menselijke ketting aan het nationaal
monument in Savar.” (nvdr.: GK is partnerorganisatie van
Wereldsolidariteit)
Jef Van Hecken,
Dhaka 12 februari 2013
Dhaka 12 februari 2013